Draairichting deur veranderen
Fase 1
Verwijder de scharnierpennen om de deur uit zijn scharnieren te halen.
Fase 2
Haal de scharnieren van de deurpost en de deur alsook de deurklinken, het slot en de slotplaat.
Fase 3
Haal de scharnieren uit elkaar.
Houd de scharnierhelften op de tegenoverliggende kant van het deurkozijn en teken hun positie af.
Fase 4
Kerf het hout langs de afgetekende lijnen in met een cuttermes. Steek het met behulp van een beitel weg, zodat de scharnierhelften netjes in het kozijn vallen.
Fase 5
Zet de deur in het kozijn en stel hem met behulp van wiggen.
Zorg ervoor dat er rondom 2-3 mm speling is tussen de deur en het kozijn.
Fase 6
Teken de plaats van de scharnieren op de zijkant van de deur af. Maak inkepingen in de deur met behulp van een hobbymes en een beitel.
Fase 7
Boor de schroefgaten voor en schroef de scharnierhelften aan de deur vast. Hang de deur in zijn scharnieren en stel hem met behulp van wiggen, zo dat u de scharnierpennen makkelijk kunt aanbrengen.
Fase 8
Boor in de zijkant van de deur een opening voor het slot.
Fase 9
Steek het slot in het gat en teken de contouren van de eindplaat af op de deur. Steek het hout weg zodat het slot netjes verzonken ligt in de deur.
Fase 10
Haal het slot weer uit de deur. Houd het op de juiste hoogte en diepte tegen de deur aan en teken de positie van de gaten voor de klink (en het eventuele sleutelgat) op de deur af.
Fase 11
Schroef het slot vast in de deur en markeer de plaats van de dagschoot (en eventueel: de sleutelschoot) op het kozijn.
Fase 12
Boor gaten voor de dagschoot (en eventuele sleutelschoot) uit. Teken de positie van de slotplaat op het kozijn af en steek het hout weg met een beitel zodat de plaat in het kozijn verzonken ligt. Vervolgens schroeft u de slotplaat op het kozijn vast.
Fase 13
Vul de oude inkepingen van de scharnieren (in de deur en het kozijn) op met een dun latje of stukjes hardboard.
Schuur, plamuur en schilder deze plekken.
Gordijnrails installeren
Fase 1
Bepaal de lengte van de rail. Deze lengte hangt af van de positie van het gordijn; wenst u het binnen het kozijn of voor het kozijn?
In het laatste geval telt u 2 maal 15 cm bij de kozijnbreedte op.
Komt het gordijn voor het kozijn, dan is het mooier als het er een stukje vanaf hangt.
Fase 2
Bepaal de hoeveelheid gordijnstof die u nodig hebt. Neem voor de breedte voor een enkelvoudige plooi 1.5 tot 2x de raillengte. Voor een dubbele plooi 2.5x de raillengte. Hoe ruimer de stof, hoe mooier de plooi valt. De lengte is afhankelijk van de hoogte van het plafond of de muur, indien u het aan de muur bevestigt.
Fase 3
Muurrail:
Teken met een fijn potlood de plaats waar de muurrail moet komen. Controleer met een waterpas of deze recht is. Boor om de 50 cm een gat in de muur (steenboor, 6 mm). Voorzie de gaten van pluggen.
Fase 4
Schroef de steunen op de muur of het kozijn. Schuif de rail in de steunen. Schuif een eindstop en het benodigde aantal runners op het onderdeel van de rail. Sluit de runners op met weer een eindstop.
Houd bij de keuze van de plug rekening met het soort plafond, bv. wel of geen plafondbalk
Fase 5
Schuif het benodigd aantal plafondsteunen over het bovendeel van de rail. Schuif een eindstop en het benodigd aantal runners in het onderdeel van de rail. Sluit de runners op met de eindstop. Schroef de rail met de steunen tegen het plafond.
Infrarood verwarming/vloer
Fase 1
Dek de vloer af met een dampremmende PE-folie, dicht de naden af met Alu-tape en plaats de ondervloer op de PE-folie.
Fase 2
Plaats eerst de voeler van de thermostaat op de ondervloer (10 centimeter van de muur).
Fase 3
Rol de vloerverwarmingsfolie uit op de ondervloer en knip deze op de juiste lengte indien nodig. Blijf minstens 10 centimeter van de wand. Fixeer de folie met bijgeleverde warmtebestendige tape.
Fase 4
Maak aan de installatie draden in een oog en verbind deze draden aan de vloerverwarmingsfolie met de bijgeleverde ponstang.
Fase 5
Isoleer de aansluitingen met warmtebestendige isolatietape. Sluit daarna de draden aan op de thermostaat (zie bijgeleverde handleiding thermostaat) en controleer de werking van de vloerverwaming
Fase 6
Werk de vloer af met een vloer naar keuze.
Kamerschermen
Fase 1
Zaag alle latten haaks en nauwkeurig op de juiste maat.
Fase 2
Schuur de MDFpanelen en zet ze vervolgens in de grondverf. Lak ze vervolgens af in de gewenste kleur.
Schuur alle latten licht op en zet ze in de grondverf. Lak ze vervolgens af in de gewenste kleur.
Fase 3
Bevestig aan één zijde van alle panelen de staande en de liggende delen van het frame met houtlijm en koploze spijkertjes.
Fase 4
Breng op elk paneel de staanders voor de vakken aan. De breedte van elk vakje is 12,5 cm.
Fase 5
Bevestig de liggers van de vakjes. De hoogte van elk vakje is 27.75 cm. Voer stap 4, 5 en 6 nogmaals uit, maar dan aan de achterkant van de panelen.
Fase 6
Schaaf de zijkanten van de schermen bij, zodat er een egale rand ontstaat.
Fase 7
Verbind de schermen met behulp van de kamerschermscharnieren. Bevestig glijdopjes aan de onderzijde van de schermen, zodat het geheel makkelijk te verschuiven is.
Fase 8
Tik alle spijkers na met een drevel en plamuur de gaatjes dicht. Schilder de voorkanten van de vakken met behulp van een klein rollertje.
Fase 9
Heeft u speciale kamerschermscharnieren gebruikt, monteer dan boven aan de buitenste schermen een klem voor een kledingrail.
Fase 10
Als u het scherm in een U-vorm neerzet en een kledingrail in beide klemmetjes legt, maakt u van uw kamerscherm een tijdelijke kledingkast.
Mobiele pilaarkast
Fase 1
Stel het blad van de zaagtafel in op een hoek van 45 graden. Zaag de lange zijden van alle MDF stroken op een breedte van 10,7 cm. Doe dit in verstek.
Fase 2
Verbind de 32 middellange MDF stroken (40 cm) twee aan twee aan elkaar, houtlijm en kopspijkers. Gebruik de blokken vurenhout (69x69 mm) als steun.
Verbind de delen tot slot ook nog met een paar schroeven.
Fase 3
Bevestig op dezelfde manier de 8 korte (30cm) en de 8 lange stroken (198 cm) met elkaar. Deze laatste stroken zullen de staanders vormen.
Fase 4
Lijm en spijker aan de bovenzijde van de 4 staanders een blokje MDF.
Fase 5
Stel de 4 staanders samen: per staander 3x een middellang en 1x een kort hoekstuk.
Lijm en spijker de hoekstukken vast, beginnend vanaf de bovenkant van de staander (bij het blokje MDF).
Het korte hoekstuk (30 cm) komt samen met het blok vurenhout onderaan.
Gebruik steeds een reststukje MDF om de afstand (18 mm) tussen de hoekstukken te bepalen.
Fase 6
Zet 3 staanders rechtop, op een vlakke ondergrond. Schuif de legplanken één voor één in de uitsparingen.
Plaatse dan de 4e staander op zijn plaats en schroef de staanders aan de legplanken vast (voorboren en verzinken).
Fase 7
Bevestig de afwerklatten (5 cm) tegen de planken. (lijmen en schroeven
Fase 8
Ontvet de MDF met reinigingsdoekje speciaal voor MDF. Vul alle schroefgaten op met MDF-vuller. Als deze droog is, kan u het glad schuren.
Fase 9
Zet de kast in de MDF grondverf. Geef zeker de onderzijde van de legplanken ook en laag grondverf.
Na droging de kast licht opschuren en eventuele naden dichtkitten met behulp van acrylaatkit.
Fase 10
Schilder de kast in de gewenste kleur voorze minimaal 2 lagen. Tussen de lagen door licht jes opschuren.
Fase 11
Leg de kast voorzichtig op zijn rug. Schroef de zwenkwielen stevig aan de staanders vast.
Folie op het venster plaatsen
Fase 1
Alvorens te beginnen maakt u de ruit aan de binnenzijde grondig schoon en ontvet ze.
Fase 2
U bent de meeste inkijk kwijt als u een stuk folie aanbrengt tussen 1,50 en 1,80 meter hoog.
Teken de bovenlijn op de buitenkant van de ruit.
Fase 3
Het is mooier als u de ruit niet over de volle breedte beplakt maar aan weerszijden een strook open laat (bijvoorbeeld 1 cm breed).
Teken hiervoor aan een kant een verticale lijn op de buitenkant van de ruit.
Fase 4
Knip de folie op de gewenste maat.
Fase 5
Met een plantenspuit of spons maakt u de ruit aan de binnenkant nat.
Fase 6
Verwijder de beschermlaag van de folie en duw de folie tegen de ruit.
Door de waterfilm tussen ruit en folie kunt u de folie nog verschuiven.
Zorg dat de boven- en zijkant samenvallen met de afgetekende lijnen.
Fase 7
Veeg de overmaat aan water en eventuele luchtbellen weg met behulp van een ramenwisser.
Zorg dat de folie niet verschuift.
In eerste instantie zal het geheel er wat blauwig en bobbelig uitzien.
Wees gerust: als het water eenmaal verdampt is, zit de folie strak op de ruit.
Fase 8
Als de folie goed vastzit en de waterfilm opgedroogd is , kunt u figuren uitsnijden met een fijn cuttermes.
Halogeenspots installeren
Fase 1
Om veilig te werkan alvorens u begint moet u altijd de stroom uitschakelen.
Fase 2
Kies waar de inbouwspots moeten komen. Dit hangt af van uw persoolijke noden en voorkeuren. De inbouwspots moeten minstens 30 cm uit elkaar worden
geplaatst. De maximale afstand hangt af van het vermogen van de spots en kunt u lezen op de verpakking of in de gebruiksaanwijzing.
Fase 3
Bepaal de grootte van het gat waarin straks de inbouwspot wordt
verwerkt. Op de verpakking of in de gebruiksaanwijzing van de spot zit
een gatenmal welke u kan overtrekken. Indien er geen mal bij de
inbouwspots zit, gaat u als volgt te werk:
- meet de binnendiameter
van de spot. Deze is bijv. 8 cm.
- deel de binnendiameter van de spot
door 2. Teken een rechts streepje (in dit geval 4 cm) op een stuk karton.
- zet de punt van de passer aan het begin van het streepje en het
potloodpuntje op het einde van het streepje. Trek nu met de passer een
rondje. Deze is nu gelijk aan de binnen diameter van de inbouwspot. Knip
het rondje uit en trek dit over op het plafond.
Fase 4
Zaag de gaten uit met een decoupeerzaag.
Fase 5
Bij dubbel geïsoleerde en ongeaarde spots verbindt u door middel van een kroonsteen het electriciteitssnoer van de contactdoos aan de blauwe en de zwarte draad van het lichtpunt in de kamer. Zo kunt u straks de spots bedienen met de schakelaar van dit lichtpunt. Zie het kleine overzichtsschema hiernaast.
Fase 6
Schuif de transformator door het gat en steek de stekker in het opbouwstopcontact.
Fase 7
Trek het snoer van de transformator door het gat en sluit deze aan op het witte blokje op de spot. Let op ! Wanneer u inbouwspots heeft zonder transformator, volgt u de volgende stap: Steek het electriciteitssnoer van bovenuit door het geboorde gat.
Vanuit het lichtpunt lopen 3 draden: een zwarte schakeldraad: een blauwe nuldraad; een geel/groene aardedraad.
Zorg ervoor dat , door middel van een kroonsteen het snoer van de contactdoos (met randaarde!) wordt aangesloten op de 3 draden die vanuit het lichtpunt lopen. Sluit kleur op kleur aan.
Fase 8
Om te weten hoe u de inbouwspot in het gat moet plaatsen, dient u gebruiksaanwijzing van de spot te raadplegen. De manier van plaatsen verschilt per inbouwspot.
Op deze afbeelding ziet u een voorbeeld van het plaatsen van een inbouwspot
Fase 9
Controleer zeker of de spots goed vast zitten en of er geen gereedschap of materialen boven het plafond zijn achtergebleven.
Belangrijk!!
Inbouwspots worden erg warm. Wanneer de inbouwspots worden afgedekt, kunnen ze de warmte niet kwijt. Hierdoor kan kortsluiting op brand ontstaan. Zorg er dus voor dat de spot niet bedekt worden door isolatiemateriaal of andere materialen die boven het plafond zijn achterbleven.
Fase 10
Ook voor het plaatsen van de lamp dienst u de gebruiksaanwijzing van de spot te raadplegen.
Let op ! Pak halogeenlampjes niet met de blote hand, maar met een zakdoek vast. Het glas mag niet vet worden, anders brandt de lamp zeer snel door.
U kan nu de stroom weer aanleggen.
Inkorten binnendeuren
Fase 1
Met een hamer en een drevel tikt u de scharnierpennen uit de scharnieren. Hef voorzichtig de deur uit de scharnieren en schroef de scharnieren los van de deur en het kozijn.
Fase 2
Meet de afstand tussen de nieuwe vloer en bovenkant van het deurkozijn. Vergeet niet de eventuele drempel mee te rekenen. Trek 5 millimeter van deze hoogte af, zodat de deur straks voldoende bewegingsruimte heeft.
Fase 3
Teken de nieuwe lengte op de deur af, gemeten vanaf de bovenzijde. Gebruik een winkelhaak voor het trekken van een haakse zaaglijn.
Fase 4
Leg de deur op een stevige werkbank zodat de deur goed ondersteunt is. Zaag het afgetekende deel af.
Werk de zaagsnede glad af met behulp van een schaaf en schuurpapier.
Fase 5
Teken de plek voor de nieuwe scharnieren op het kozijn af.
Fase 6
Kerf het hout op de afgetekende lijnen in met een cuttermes en steek met een scherpe beitel zoveel hout weg dat de scharnierhelften precies samenvallen met het kozijn.
Boor de schroefgaten voor met een 3mm houtboor en schroef de scharnierhelften vast.
Fase 7
Hef de deur in het kozijn en breng hem exact op de juiste hoogte, met behulp van een paar houten wigjes.
Controleer of de dag- en (eventuele) nachtschoot van het slot zich precies tegenover de bestaande slotopeningen in het kozijn bevinden.
Fase 8
Teken de plaats van de scharnieren op de deur af en maak de inkepingen voor de scharnieren.
Boor de schroefgaten voor met een 3mm houtboor en schroef de scharnierhelften vast.
Fase 9
Stel de deur opnieuw met behulp van houten wiggen, zo dat de scharnierhelften in elkaar vallen. Schuif de scharnierpennen in de scharnieren.
Massieve vloer leggen
Fase 1
Als de massieve vloer op een betonnen ondervloer komt, dan legt u eerst een vochtschermfolie op de betonnen ondervloer. Laat de randen 5 cm tegen de muur opstaan. Hierop legt u ondervloertegels.
Bij een houten ondervloer mogen de ondervloertegels direct op de houten vloer komen.
Fase 2
Begin in de linkerhoek aan de lange wand van de kamer. De messingzijde van de wand af. Zet afstandblokjes van 1,5 à 2 cm tussen de vloerdelen en de wand want hout is een natuurproduct en kan uitzetten en krimpen.
Fase 3
Leg de vloer door lijm aan te brengen in de groef van de korte zijde. Gebruik een watervaste lijm die transparant opdroogt. Schuif de lange zijden zonder lijm in elkaar.
Fase 4
De tweede strook begint u met het afgezaagde vloerdeel ,dit is het eindstuk van de vorige strook. Dit deel moet wel minstens 30 cm zijn. De naden van de korte zijden moeten steeds met minimaal 30 cm verspringen ten opzichte van de vorige strook.
Fase 5
Leg de tweede strook zo dicht mogelijk tegen de eerste strook en schuif de lange zijde aan de eerste strook. Dan deel voor deel in de vorige strook schuiven. Gebruik een aanslagklosje en een hamer.
Fase 6
Leg een vloerdeel op de laatste strook. Schuif hierover een vloerdeel aan tegen de wand voeg er afstandblokjes tussen. Het vloerdeel wat nu tussenbeide ligt, aftekene, afzagen en leggen.