Aansluiten afvoer op bestaande riolering
Fase 1
Maak de gresbuis eerst en vooral schoon.
Teken met een stift het gat af waar nieuwe pvc-buis komt.
Fase 2
Boor op de afgetekende lijn een reeks gaatjes, zoveel mogelijk aaneengesloten (steenboor, 5 mm).
Geen kracht zetten, laat de boor het werk doen!
Fase 3
Tik voorzichtig het uitgeboorde deel met een hamer los.
Werk de randen van de opening zonodig bij met een vijl.
Fase 4
Schuif de pvc-buis 1-2 cm diep in de gresbuis. Niet dieper, anders ontstaat gevaar voor verstopping.
Fixeer de pvc-buis zodat hij niet kan verschuiven.
Fase 5
Maak snelcement aan.
Bouw hiermee , rondom de pvc-buis, een kegeltje op de gresbuis
Laat het geheel een uurtje rusten voordat u de nieuwe afvoer gebruikt.
Fase 6
AANSLUITING OP EEN PVC-RIOOLBUIS
Mogelijkheid 1: Y-stuk
Deze methode is de beste maar kan alleen gebruikt worden als de bestaande rioolbuis in de lengterichting enige speling heeft.
Fase 7
Teken het deel van de rioolbuis af dat u er tussenuit moet halen.
Controleer of deze maat klopt door het Y-stuk ernaast te houden.
Fase 8
Zaag de rioolbuis op beide lijnen zo recht mogelijk door, met behulp van een ijzerzaag.
Schuur de zaagsnedes glad en ruw de openingen van het Y-stuk op met schuurpapier.
Breng hard pvc-lijm aan op de geschuurde delen van rioolbuis en Y-stuk.
Fase 9
Duw de rioolbuis iets naar achteren.
Schuif het Y-stuk over een uiteinde van de rioolbuis en duw het andere uiteinde van de buis in het Y-stuk.
Fase 10
Mogelijheid 2: T-stuk
Als u de bestaande rioolbuis niet kunt bewegenn, kunt u een nieuwe aansluiting maken door er een speciaal T-stuk bovenop te lijmen.
Fase 11
Teken met een stiftje het gat voor de nieuwe afvoerbuis op de rioolpijp af.
Maak de opening liever iets te krap dan te ruim.
Fase 12
Boor op deze lijn een reeks gaatjes, zo dicht mogelijk bij elkaar (houtboor, 5 mm).
Fase 13
Tik het uitgeboorde deel los en vijl de opening zonodig bij.
Schuur de rioolbuis rondom het gat en de binnenkant van de mof van het T-stuk.
Fase 14
Smeer rioolbuis en T-stuk in met hard pvc-lijm en pllaats het T-stuk over het gat.
Maak het vast door watervaste tape om de rioolbuis te wikkelen.
Schuur het uiteinde van de nieuwe afvoerbuis en lijm deze in het T-stuk vast.
Bewerken van keukenkasten
Fase 1
Om mooi werk te leveren verwijdert u de kastdeurtjes door de scharnier los te schroeven. Verwijder ook de handgrepen.
Fase 2
Haal de lades eruit. Verwijder ook hier de handgrepen. Maak, indien mogelijk, de ladefronten los.
Fase 3
Ontvet de deurtjes en lades grondig.
Fase 4
Methode 1. Schilderen
Schuur de deurtjes en frontpanelen zachtjes met zeer fijn schuurpapier.
Fase 5
Zet deurtjes en frontjes in de kunststofprimer.
Schuur de onderdelen nogmaals licht op en lak ze in de gewenste kleur (minimaal 3 lagen).
Tussen de lagen door licht opschuren
Fase 6
Methode 2: Metaalfolie
Bent u tevreden met de huidige kleur dan kan u meteen beginnen met het aanbrengen van de folie. Anders moet u de deuren en lades eerst verven zoals hierboven beschreven.
De folie heeft een vaste maat van 45 cm. Het is niet nodig dat de strook folie in het midden komt.
Probeer een aantal hoogtes uit en markeer daarna op elk deurtje de hoogte waar de folie komt.
Fase 7
Knip een stuk folie af dat voldoende groot is. Trek aan het begin van het beschermlaagje een klein stukje weg.
Plaats de folie op de markeerstreep en plak het begin vast.
Trek stukje voor stukje het beschermlaagje onder de rol vandaan en wrijf de folie vast met een doek.
Fase 8
Snij het overtollige folie weg met behulp van een cuttermes.
Fase 9
Knip voor de lades stroken folie af van 5 cm breed. Hier ook eerst de hoogte markeren en op dezelfde manier de folie aanbrengen.
Fase 10
Prik voorzichtig de gaatjes voor de handvatten door de folie heen en bevestig de handvatten. Mochten de oude handvaten niet meer passen bij de nieuwe look, kan u steeds ander handvatten kopen.
Fase 11
Monteer de scharnieren en hang de deurtjes af. Zet ook de ladefrontjes weer vast.
Faiencen snijden
Fase 1
RECHT AFSNIJDEN
Met een rolmaat meet u nauwkeurig de maat van het te bezetten stuk wand of vloer op. De voegbreedtes worden hier wel vanaf getrokken.
Fase 2
Met een viltstift en een winkelhaak tekent u de afmeting op de tegel nauwkeurig af .
Maak dat afgesneden kant van de tegel in de hoek komt. Dti zal ethisch mooier zijn.
Fase 3
Leg de faience of tegel in de tegelsnijder en duw het mesje enige malen over de tegel, tot dat er een kras in het glazuur ontstaat.
Zorg ervoor dat ook het glazuur aan begin en eindpunt goed ingekrast zijn.
Breek de tegel op de snijlijn door er een schroevendraaier onder te leggen en aan weerszijden van de snijlijn op de tegel te drukken.
Fase 4
Verwijder oneffenheden op het breukvlak voorzichtig met behulp van een knabbeltang of een vijl.
Fase 5
VORMEN UITSTNIJDEN
Gebruik voor het aftekenen van lastige vormen (bijvoorbeeld: wastafelrand) een profielmal.
Druk deze tegen het obstakel aan zodat de pennen de vorm zoveel mogelijk volgen en teken deze vorm op de tegel af.
Fase 6
Kras het glazuur in met behulp van een glassnijder en breek de afgetekende vorm voorzichtig af.
Werk het breukvlak zonodig bij met een vijl.
Fase 7
RONDE GATEN MAKEN
Voor het maken van een leidingdoorvoer tekent u het gat op de tegel of faience af en met een boor van 8 mm boort u een gat binnen deze cirkel.
Zaag het gat uit met behulp van een beugelzaag (met grit zaagblad) en verwijder achtergebleven randjes met een speciaal hiervoor bedoelde gatentang of een ronde vijl.
Fase 8
U kunt de doorvoer van de leiding ook uit 2 stukken maken: Snij de tegel door ter hoogte van het hart van het afgetekende gat.
Zaag in beide tegelhelften voorzichtig een halve cirkel uit, met behulp van een zaag. Vijl de snijvlakken bij en lijm beide helften om de leiding heen op de muur.
Fase 9
Gaten voor wandcontactdozen maakt u met behulp van een tegelgatenzaag.
Plaats het boortje in het hart van de cirkel en oefen lichte druk uit zodat de boor langzaam door de tegel heen gaat.
Nu de gatenzaag gefixeerd is kunt u een perfect rond gat in de tegel uitzagen.
Inbouwen vaatwas
Fase 1
Haal voorzichtig de bestaande keukenkastjes weg, daar waar u de vaatwasser wenst. Verwijder ook de plinten.
Fase 2
Voor uw veiligheid: sluit de stroom af. Bevestig een stopcontact op de muur, nét naast de plaats waar de vaatwasser komt, op 50 cm hoogte.
Fase 3
Vervolgens sluit u het water af. Monteer de muurplaat op de muur, ook nét naast de plek waar de vaatwasser komt, maar dan aan de andere kant dan het
stopcontact dit op ong70 cm hoogte.
Leg een aftakking aan van een bestaande waterleiding naar deze muurplaat en draai de wasmachinekraan in de muur.
Fase 4
Maak met behulp van PVC-materialen een aftakking naar de bestaande afvoer
Bevestig daarop de sifon; de uitmonding daarvan moet uiteindelijk op 60 cm hoogte zitten.
Druk de rubberen overgangsring in de bovenzijde van de sifon. Hierin steekt u later de afvoerslang van de vaatwasmachine.
Fase 5
Meet de deur van de vaatwasser. Zaag een nieuw frontpaneel voor de deur van de vaatwasser uit de plaat multiplex.
Fase 6
Verwijder de bovenplaat van de vaatwasser, lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw specifieke vaatwasser.
Fase 7
Plaats de vaatwasser in de vrijgemaakte ruimte. Maak zonodig een vlondertje van de juiste hoogte, zodat de vaatwasser net onder het
aanrechtblad komt.
Maak indien nodig passtukken en plintstukken van MDF.
Fase 8
Zet alle passtukken en het frontpaneel in grondverf. Lak ze minimaal 2 maal en tussendoor lichtjes opschuren voor een mooi eindresultaat.
Fase 9
Bevestig het frontpaneel op de deur van de vaatwasser, met behulp van montagekit.
Fase 10
Zet de machine op zijn plaats. Sluit de waterslang aan op de kraan, de afvoerslang op de afvoer en steek de stekker in het stopcontact. Als laatste plaatst u de plinten.
Installeren boiler
Fase 1
Om te beginnen sluit u de waterleiding af. Monteer het koperen T-stuk op de bestaande watertoevoer, op circa 50 cm hoogte.
Fase 2
Sluit een stukje koperen buis (7 cm) aan op het T-stuk en op de inlaatcombinatie van de boiler.
Gebruik een van bijgeleverde fiber ringen bij de aansluiting op de inlaatcombinatie
De trechter van de inlaatcombinatie moet naar beneden wijzen.
Fase 3
Teken de plaats van het kruisstuk af op de bestaande afvoer. Dit moet lager zijn dan de trechter van de inlaatcombinatie.
Zaag een stukje uit de afvoer, van de juiste lengte. Plaats het kruisstuk en draai het vast.
Als u geen 2e spoelbak heeft, kunt u de brede inlaat van het kruisstuk afsluiten met behulp van bijgeleverde stop.
Fase 4
Zet de kunststofslang met slangenklem vast aan de smalle inlaat van het kruisstuk en de trechter van de inlaatcombinatie.
De afvoerslang moet een lus maken van minstens 5 cm. Deze dient als waterslot dat ongewenste luchtjes uit de afvoer tegenhoudt.
Fase 5
Koppel de metaal omvlochten verloopslang (1/2"-3/8") aan de inlaatcombinatie.
Sluit het andere uiteinde aan op de koudwater-inlaat van de boiler, te herkennen aan een pijl die naar de boiler toe wijst.
Breng op beide aansluitingen een fiber ring aan.
Fase 6
Koppel de 3/8" metaal omvlochten slang aan de warmwater-uitlaat van de boiler. Dit is te herkennen aan een pijl die van de boiler af wijst. Breng ook nu eerst een fiber ring aan.
Sluit het andere uiteinde aan de (linker) warmwater-poot van de mengkraan (knelkoppeling).
Fase 7
Maak met behulp van de ½" metaal omvlochten slang een rechtstreekse verbinding tussen het T-stuk van de koudwater-aanvoer en de (rechter) koudwater-poot van de mengkraan (knelkoppelingen).
Fase 8
Draai eerst de hoofdkraan en dan de stopkraan van de inlaatcombinatie terug open. U kan nu de boiler vullen door de warmwaterkraan open te draaien; zodra daar water uitkomt is de boiler gevuld.
Steek dan pas de stekker van de boiler in het stopcontact.
Mobiele pilaarkast
Fase 1
Stel het blad van de zaagtafel in op een hoek van 45 graden. Zaag de lange zijden van alle MDF stroken op een breedte van 10,7 cm. Doe dit in verstek.
Fase 2
Verbind de 32 middellange MDF stroken (40 cm) twee aan twee aan elkaar, houtlijm en kopspijkers. Gebruik de blokken vurenhout (69x69 mm) als steun.
Verbind de delen tot slot ook nog met een paar schroeven.
Fase 3
Bevestig op dezelfde manier de 8 korte (30cm) en de 8 lange stroken (198 cm) met elkaar. Deze laatste stroken zullen de staanders vormen.
Fase 4
Lijm en spijker aan de bovenzijde van de 4 staanders een blokje MDF.
Fase 5
Stel de 4 staanders samen: per staander 3x een middellang en 1x een kort hoekstuk.
Lijm en spijker de hoekstukken vast, beginnend vanaf de bovenkant van de staander (bij het blokje MDF).
Het korte hoekstuk (30 cm) komt samen met het blok vurenhout onderaan.
Gebruik steeds een reststukje MDF om de afstand (18 mm) tussen de hoekstukken te bepalen.
Fase 6
Zet 3 staanders rechtop, op een vlakke ondergrond. Schuif de legplanken één voor één in de uitsparingen.
Plaatse dan de 4e staander op zijn plaats en schroef de staanders aan de legplanken vast (voorboren en verzinken).
Fase 7
Bevestig de afwerklatten (5 cm) tegen de planken. (lijmen en schroeven
Fase 8
Ontvet de MDF met reinigingsdoekje speciaal voor MDF. Vul alle schroefgaten op met MDF-vuller. Als deze droog is, kan u het glad schuren.
Fase 9
Zet de kast in de MDF grondverf. Geef zeker de onderzijde van de legplanken ook en laag grondverf.
Na droging de kast licht opschuren en eventuele naden dichtkitten met behulp van acrylaatkit.
Fase 10
Schilder de kast in de gewenste kleur voorze minimaal 2 lagen. Tussen de lagen door licht jes opschuren.
Fase 11
Leg de kast voorzichtig op zijn rug. Schroef de zwenkwielen stevig aan de staanders vast.
Ontstoppen afwasbak
Fase 1
Plak eerst en vooral het overloopgat van de was- of spoelbak dicht met tape.
Fase 2
Vul de wasbak met een beetje water. Plaats de zuignap van de ontstopper over de afvoer. Haal de stok een paar keer krachtig op en neer, zonder de zuignap los te rukken. Is het probleem nog niet verholpen, maak dan de sifonbeker of de zwanenhals proper.
Fase 3
Zet een emmer onder de sifon en draai hem los. Giet de beker leeg in de emmer en maak beker en afvoerpijp goed schoon. Draai de beker weer vast (met de hand, niet te vast aandraaien). Controleer of er geen lekken zijn.
Fase 4
Draai beide moeren van de zwanenhals los met een waterpomptang. Giet de zwanenhals leeg en maak hem proper. Schroef de zwanenhals weer vast met de hand, best niet te vast aandraaien. Controleer of er geen lekken zijn.
Fase 5
Steek een stok door de bocht van de zwanenhals en hou deze met uw linkerhand vast terwijl u de moeren losdraait. Zo voorkomt u dat de afvoerleiding verbuigt.
Fase 6
Als het water nog steeds niet kan weglopen, moet u de afvoerpijp ontstoppen. Verwijder sifonbeker of zwanenhals. Draai de veerontstopper zo ver als u kan in de afvoerpijp. Trek de veer er weer uit. Plaats de sifon of zwanenhals terug en controleer op lekken.
Afvoer plaatsen
Fase 1
Voorbereiding:
Bepaal eerst welke doorsnede de afvoer moet hebben: toilet; 110mm, hemelwaterafvoer; 70mm, alle overige toepassingen; 40mm. Bedenk dat het hele afvoersysteem van uw huis belucht moet worden. Anders ontstaat er een vacuüm als het water wegloopt, waardoor ook de stankafsluiters van de sifons leeg getrokken worden, wat zorgt voor mindere leuke geuren.
Fase 2
Bevestig de Sifon.
Fase 3
Meet de benodigde stukken afvoerbuis op, klik voor informatie op meten van lengte en breedte. Zaag ze op maat met een ijzerzaag, zie hiervoor zagen. Let op dat de horizontale delen van de afvoer voldoende aflopen: 1cm per meter (&lsquoafschot&rsquo). Controleer dit met de waterpas, klik op meten van loodrecht en waterpas.
Fase 4
Een 110mm buis kunt u beter met een handzaag doorzagen. Een rechte lijn tekenen op een ronde buis is lastig. Als u er een schilderstape om de pijp draait, heeft u altijd een rechte lijn.
Fase 5
Verbind twee lengtes pijp met een mof, bocht, T- of Y-stuk. De pijp valt daar nog 2cm in, hou hier rekening mee. Schuif alle onderdelen in elkaar en controleer of ze goed passen.
Fase 6
Op de onderdelen die ten opzichte van elkaar kunnen draaien, zet u met een watervaste stift markeringen. Dan weet u zeker dat u ze op de juiste manier aan elkaar zet, bij het lijmen. Daar u werkt met water, zeker watervast stiften gebruiken.
Fase 7
Schuur de uiteinden van de buis en de binnenkanten van moffen en bochten. Smeer ze in met hard PVC lijm en schuif ze in elkaar. Houd de gelijmde delen enkele seconden geheel stil.
Fase 8
Schuif de bevestigingsmoer van de sifon over de afvoer. Schroef de sifon aan de wastafel vast.
Fase 9
Schuif bij een toilet eerst een rioolbuismof over de PVC afvoerpijp. Zet de toiletpot daar overheen. Deze mof zorgt voor extra stankafsluiting, naast het ‘waterslot’ van de toiletpot.
Fase 10
Ook de sanitairkit op de onderrand van de toiletpot voorkomt het vrijkomen van luchtjes.
Fase 11
Lijm een PVC zwanenhals in de afvoerpijp voor de wasmachine. Deze werkt als ‘waterslot’ en houdt rioollucht tegen.
Fase 12
Zet de afvoerbuizen aan de muur vast door gebruik te maken van beugels. Zorg ervoor dat de horizontaal lopende stukken niet doorbuigen. Plaats daarom bij een 40mm pijp om de 80cm een beugel, en bij een 110mm buis om de 1.25 meter.
Faiencen plaatsen
Fase 1
Vooraleer te beginnen moet u ervoor zorgen dan het te bewerken oppervlak mooi vlak en proper is. Verwijder behang en loszittende verf en vul scheuren en gaten op met vulmiddel. Bij gipsplaten zeker een soort primer gebruiken. Laat dit 24 uur drogen. Bevestig een lat met behulp van enkele stalen spijkers op de muur, op ongeveer 1 tegelhoogte vanaf de vloer. Sla de spijkers niet helemaal in de lat, zodat u ze later gemakkelijk kunt verwijderen. Zorg dat de lat waterpas loopt. Zie hiervoor ook meten van loodrecht en waterpas.
Fase 2
Meet de breedte van de wand en zet in het midden een streepje. Trek daarna een verticale lijn in het midden van de wand. Bevestig langs die lijn eventueel ook een lat op de muur.
Fase 3
faiencen lijmen:
Schep een beetje tegellijm op de lijmkam. Druk de lijmkam stevig tegen de muur en trek hem in horizontale richting, zodat er stroken lijm op de muur achterblijft.
Fase 4
Duw de eerste faience stevig in de hoek van de twee latten. Maak dat hij goed vastzit. De eerste faience is belangrijk.
Fase 5
Druk op de hoeken een voegkruisje in de lijm en hand de volgende faience aan de muur en duw hem strak tegen de voegkruisjes aan.
Breng dan de volgende aan en verwijder steeds overtollige lijmresten direct met een vochtige spons. Dit om mooi, verzorgd werk af te leveren. Verwijder de latten en bezet de rest van de muur op deze manier.
Fase 6
Is een faience te groot, kort deze dan in door voorzichtig te snijden met een tegelsnijder: Teken de afmeting op de tegel af (viltstift) en hou rekening met de voegbreedte. Leg de faience in de snijder. Duw het mesje enkele malen over de tegel, tot er een krasje in het glazuur ontstaat.
Fase 7
Op deze lijn breekt u dan de faience in 2.
Fase 8
Als u slechts enkele faiences op maat hoeft te maken, volstaat een tegelsnijtang. Trek de faiencel tussen de rubberen wieltjes door, zodat het mesje een kras in het glazuur maakt. Breek de faience met de tegeltang in 2.
Fase 9
Breek kleine hoekjes en randjes voorzichtig af met behulp van een knabbeltang. Vijl de randen zonodig bij met een vijl.
Fase 10
Voor het aftekenen van moeilijke vormen gebruikt u best een profielmal(bijvoorbeeld de ronding van een afvoer) . Druk de mal tegen het voorwerp aan en zorg dat de pennen de vorm zoveel mogelijk volgen. Teken de vorm af op de faience.
Fase 11
Teken voor een leidingdoorvoer de plaats van de leiding op de tegel af. Snij de tegel door ter hoogte van het midden van het afgetekende gat. Zaag het gat in beide tegelhelften uit met een tegelzaag. Lijm beide helften om de leiding heen op de muur.
Fase 12
Tegels voegen:
Als de lijm volledig hard geworden is (kan 24 uur duren), kunt u de faiencen voegen. U kunt kiezen uit kant-en-klaar voegmiddel of voegmiddel in poedervorm. Dit moet u aanmaken met water, lees hiervoor gebruiksaanwijzing op de verpakking. Veeg het voegmiddel met een rubberen spaan over de muur, in een diagonaal beweging. Druk het stevig in de voegen. Werk efficient en vlug, want voegmiddel droogt snel uit.
Fase 13
Verwijder resten van het voegmiddel op de faiencen voorzichtig met een natte spons. Pas wel op dat u het voegmiddel niet weer uit de voegen veegt. Laat het voegmiddel opdrogen en wrijf de waas weg die op de tegels is achtergebleven.
Fase 14
Met een voegpen kunt u een profiel in de voegen trekken. Wacht hiermee tot de voegen half uitgehard zijn. Dit is een vrije keuze.
Fase 15
Hoeken:
Bij buitenhoeken maakt het verschil of de glazuurlaag van de tegels wel of niet aan de zijkant doorloopt. Is de zijkant van de tegels niet geglazuurd, breng dan een hoekstrip aan en leg de faiencen er tegenaan.
Is de zijkant wel geglazuurd, dan kunt u de faiencen door laten lopen tot aan de rand.
Gasleidingen zelf leggen
Fase 1
Materiaalkeuze
Voor gasleidingen mag alleen roodkoperen buis met een diameter van 15 mm. gebruikt worden.
Voor de verbindingsstukken heeft u de keuze uit solderen of knellen.
Fase 2
Met behulp van zadels zet u de gasleiding om de 40 cm. vast op de muur of balk. Zorg dat de leiding nergens onder spanning staat.
Fase 3
Een gasleiding die in de muur weggewerkt wordt, onder de vloer door loopt of door een muur heen gaat, moet door een PVC mantel geleid worden. De uiteinden daarvan moeten in de kamer uitkomen, zodat zich geen gasbel kan vormen in de muur of onder de vloer.
Fase 4
Fornuis
Laat de rubberen aansluitslang niet achter het fornuis doorlopen; achter het fornuis mag alleen koper gebruikt worden.
De fabricagedatum staat op de aansluitslang vermeld.
Fase 5
Verwarming
Bij verbranding van gas komt koolmonoxide (CO) vrij. Dit is reukloos en uiterst giftig. Een te hoge concentratie CO in huis is het gevolg van vuile branders of van een slechte afvoer van de rookgassen. Laat daarom jaarlijks de branders van kachels, CV-ketel en geiser schoonmaken door een vakman.
Daarnaast is het verstandig om de schoorsteen elke 2 jaar te laten controleren en schoonmaken.
Inbouwkookplaat installeren
Fase 1
De kookplaat komt recht boven een aanrechtkastje. Trek een lijn op het aanrechtblad, op 4 cm vanaf de achterwand.
Fase 2
Met een winkelhaak tekent u het inbouwgat af (49x56 cm) . De lange zijde van het gat valt samen met de getrokken lijn op 4 cm vanaf de achterwand.
Fase 3
Boor in de hoekpunten van de afgetekende vorm een gat door het aanrechtblad.
Fase 4
Zaag het gat voorzichtig uit met een decoupeerzaag.
Fase 5
Plaatst voorzichtig de kookplaat in het voorziene gat en controleer of hij vlak op het aanrecht ligt. Klem de kookplaat strak op het aanrecht, doe dit met bijgeleverde schroefklemmen.
Sluit de gasslang aan en controleer met een kwastje en zeepsop of de leidingen en aansluiting lekdicht zijn.
Steek zonodig de stekker van het ontstekingsmechanisme in het stopcontact.
Fase 6
Schroef het glazen of het RVS spatscherm op de achterwand vast (pluggen, bolkopschroeven).
Voorzie bij een glazen achterwand de schroeven van rubberen ringetje, om te voorkomen dat het glas barst tijdens het aandraaien van de schroeven.
Kranen herstellen
Fase 1
Draai eerst en vooral de hoofdkraan van de waterleiding dicht. Haal de knop van de kraan af. Bij sommige kranen moet u hiervoor het schroefje losdraaien dat onder het gekleurde dopje zit.
Fase 2
Draai de sierhuls los en schroef het binnenwerk uit de kraan. Controleer of de pakking in het kraanhuis nog intact is.
Fase 3
Draai het moertje of schroefje los waarmee het leertje vastzit. Verwijder het leertje.
Fase 4
Verwijder kalkaanslag op de kraanonderdelen met een ontkalkingsmiddel en plaats een nieuw leertje.
Fase 5
Mocht het nodig zijn brengt u een nieuwe pakking aan in het kraanhuis. Draai het binnenwerk van de kraan helemaal open. Schroef het terug in het kraanhuis. Schroef de sierhuls vast. Druk of schroef de knop weer op de kraan.
Ontstoppen afvoer
Fase 1
Plak eerst en vooral het overloopgat van de was- of spoelbak dicht met tape.
Fase 2
Vul de wasbak met een beetje water. Plaats de zuignap van de ontstopper over de afvoer. Haal de stok een paar keer krachtig op en neer, zonder de zuignap los te rukken. Is het probleem nog niet verholpen, maak dan de sifonbeker of de zwanenhals proper.
Fase 3
Zet een emmer onder de sifon en draai hem los. Giet de beker leeg in de emmer en maak beker en afvoerpijp goed schoon. Draai de beker weer vast (met de hand, niet te vast aandraaien). Controleer of er geen lekken zijn.
Fase 4
Draai beide moeren van de zwanenhals los met een waterpomptang. Giet de zwanenhals leeg en maak hem proper. Schroef de zwanenhals weer vast met de hand, best niet te vast aandraaien. Controleer of er geen lekken zijn.
Fase 5
Steek een stok door de bocht van de zwanenhals en hou deze met uw linkerhand vast terwijl u de moeren losdraait. Zo voorkomt u dat de afvoerleiding verbuigt.
Fase 6
Als het water nog steeds niet kan weglopen, moet u de afvoerpijp ontstoppen. Verwijder sifonbeker of zwanenhals. Draai de veerontstopper zo ver als u kan in de afvoerpijp. Trek de veer er weer uit. Plaats de sifon of zwanenhals terug en controleer op lekken.