Aanbrengen dakgoten
Fase 1
De dakgoot rust tegen een daklijst. Deze moet zó geplaatst zijn dat het dak circa 1/3 boven de goot uitsteekt. De planken voor de daklijst best zagen op maat en beide kanten in de grondverf plaatsen.
Smeer de kopse kanten in met overschilderbare acrylaatkit en strijk dit glad met een natte vinger. Daarna kan u de daklijst vastschroeven.
Fase 2
De goot:
Monteer eerst de beugel aan de kant van de regenpijp. Daarna kan u een touwtje binden aan deze beugel en knoop aan het uiteinde van de laatste beugel. Bepaal de hoogte van de laatste beugel. Deze moet iets hoger zijn dan de eerste. Je houdt best rekening met een verval van 5mm per meter. Schroef ook deze laatste beugel vast.
Fase 3
Bepaal aan de hand van het touwtje de hoogte van de tussenliggende beugels. Schroef deze op hun plek.
Fase 4
Schuif de goten in de beugels en vervolgen buigt u de klemmetjes dicht. Zet de goot aan de kant van de regenpijp klemvast en houd bij de andere beugels zoveel speling dat er een halve wasknijper tussen de klem en de goot past. Dit i.v.m. het uitzetten van PVC.
Fase 5
Bevestig de gootdelen aan elkaar met behulp van PVC moffen. De spiezijde van de mof moet richting regenpijp wijzen.
Fase 6
Nadat u de regenpijp op maat gezaagd hebt, bevestig om de 1,5 meter een beugel vast op de muur en schuif de regenpijp in de beugels. Zet alleen de middelste beugel klemvast, hou bij de andere beugels enige speling over. Lijm de pijpdelen aan elkaar met behulp van moffen.
Fase 7
Het is niet makkelijk om een ronde buis recht af te zagen. Daarom plak u best een stukje tape om de buis, zo heeft u altijd een rechte lijn. Controleer of het afschot groot genoeg is door water in de goot te gieten. Buig de beugels waar nodig iets bij.
Fase 8
Bij een groot dak moet u de regenpijp op de riolering aansluiten.
Bij een klein dak kunt u hem laten uitmonden boven een grindgat: een kuil van 50cm diep, gevuld met grof grind (houd meer dan 1 m afstand van de muur).
Herstellen dakbekleding
Fase 1
Maak de beschadigde plek grondig schoon en snij de beschadigde plek kruislings in en vouw de vier punten terug. Maak het zichtbare dakbeschot goed droog en schoon.
Fase 2
Breng ruim reparatiepasta op het dakbeschot aan met een plamuurmes. Smeer dit daarna uit met een kwast.
Fase 3
Vouw de punten dakbedekking weer terug.
Smeer de naden in met reparatiepasta. Bedek de plek met Anti Scheur (dit is een polyester verstevegingsmat). Smeer het hele vlak nogmaals in met reparatiepasta. Afstrooien met Anti Uv (leislag).
Fase 4
Kijk of het regenwater goed wegloopt. Check of de goten en de regenpijp schoon zijn. Plaats eventueel een bolrooster in de regenpijp (voorkomt verstoppingen).
Isolatie voor platte dagen
Fase 1
Maak zeker eerst en vooral het dak volledig proper en controleer het dak op scheurtjes en bobbeltjes, die uitgedroogd zijn. Is de dakbedekking in slechte staat , vervang deze dan eerst. Repareer kleine plekken m.v.b. reparatiepasta en stroken dakbedekking. Controleer of de dakrand na isolatie minimaal 7cm boven het dak uitsteekt. Dit voorkomt dat regenwater over de rand heen stuwt. Als de dakrand te laag is, moet u hem verhogen of voor dunnere isolatieplaten kiezen.
Fase 2
Leg de eerste rij isolatieplaten in de lengterichting van het dak. Zorg dat de kopse kanten goed aansluiten.
Fase 3
Leg de volgende rijen in halfsteens verband. Laat hierbij een halve plaat verspringen. Zorg dat de rijen strak aansluiten.
Fase 4
Om de platen goed te fixeren brengt u na elke 2-3 m2 eerst een laag grind op de reeds gelegde platen aan. Deze laag mag wel 5cm dik zijn.
Schep resten grind en dakbedekking in aparte puinzakken.
Lichtkoepels
Fase 1
Kies de plaats waar de koepel moet komen en verwijder op die plaats de plafondafwerking.
Teken de omtrek van het gat (de opstandmaat) haaks af op het dakbeschot. Boor van binnenuit op elke hoek een gat door het dak.
Fase 2
Stempel de dakbalk. Zaag het overtollige stuk eruit. Mochten beide balkuiteinden iets zakken, stel de stempels dan iets bij.
Fase 3
Zaag de opening van binnenuit uit het dak met de decoupeerzaag.
Fase 4
Zaag de raveelbalken op maat. Timmer de raveelijzers op de dakbalken. Hang de raveelbalken erin en spijker ze vast.
Fase 5
Snijd de dakbedekking 1cm rondom de opening los.
Fase 6
Smeer de onderkant van de plakplaat van de koepel dik in met bitumenpasta. Zet de koepel op zijn plek en schroef hem vast. Borstel de dakbedekking 25cm rond de koepel schoon met een staalborstel. Verwarm de oude dakbedekking kort voor met een gasbrander en laat hem weer afkoelen.
Fase 7
Snijd stroken dakbedekking op de juiste maat. Opgepast: breedte plakplaat + 25 cm. Smeer de bovenkant van de plakplaat en de dakbedekking in met bitumenpasta. Plak de stroken dakbedekking vast op de koepel en het dak. Druk ze aan met een houten plankje en een rubber hamer.
Fase 8
Snijd stroken dakbedekking op maat (breedte opstand + breedte plakrand + 7cm). Smeer de opstand en de eerder gelegde stroken dakbedekking in met bitumenpasta. Plak de stroken vast. Dek de dakbedekking weer af met het grind. Werk het dak aan de binnenkant af, bijvoorbeeld met gipsplaten. Vergeet ook de binnenkanten van de koepel niet. Bevestig een haak aan de muur waaraan u de stok om de koepel uit te zetten, kunt ophangen.
Onderhoud schoorsteen
Fase 1
Veiligheid boven alles. Draag een valbeveiliger als u op het dak werkt: een tuigje voorzien van een lange kabel die u met een musketonsluiting aan een vast punt kunt bevestigen.
Fase 2
Verwijder de kachel en sluit de opening van de schoorsteen af met een prop papier. Spreid een ruim stuk bouwfolie uit op de vloer voor de schoorsteen. Laat de kogel en de spin 1 meter de schoorsteen in zakken. Trek hem weer 50 cm terug en laat hem vervolgens weer 1 meter dieper zakken. Herhaal deze beweging tot de kogel beneden is.
Fase 3
Haal het touw op dezelfde wijze op: 1 meter optrekken, 50 cm laten zakken, weer 1 meter optrekken, enzovoort. Herhaal dit tot de kogel weer boven is
Fase 4
Verwijder de prop papier uit het gat in de schoorsteen enz uig het losgekomen roet op met de stofzuiger. Roet is immers heel bitter en vuil, dit wilt u niet in uw woonkamer hebben.
Fase 5
U kan ook de schoorsteen van binnenuit vegen, al ls u bv. niet op het dak kunt, . Hiervoor bevestigt u de spin op een speciale buigzame kunststof staaf. U verlengt deze gaandeweg door er aan de achterzijde een nieuw stuk aan te koppelen. Beweeg de spin flink heen en weer en hou de stofzuiger bij de hand.
Aanbrengen raveling
Fase 1
Met behulp van een reciprozaag verwijdert u de plafondbekleding . Maak de opening aan weerszijden van de door te zagen balk 15 cm ruimer dan strikt noodzakelijk is.
Fase 2
Teken op de bovenliggende vloerplanken het uit te zagen gat af.
Fase 3
Zaag de vloerplanken aan weerszijden van de door te zagen balk door, eveneens met behulp van de reciprozaag. Aan de vloerplank bovenop de door te zagen plafondbalk moet u niets doen.
Fase 4
Ondersteun de uiteinden van de balk die u wilt doorzagen met een stempel. Draai deze zo ver aan dat ze klemmen, maar niet zo strak dat ze de balk omhoog duwen.
Fase 5
Fixeer de stempels op de vloer met een paar schroeven of spijker, om te voorkomen dat ze verschuiven als u er tegenaan stoot.
Fase 6
Teken met behulp van een winkelhaak de plaatsen af waar de balk doorgezaagd moet worden.
U brengt straks 2 dwarsbalken aan: u moet de plafondbalk dus aan weerszijden 69 mm korter afzagen dan de begrenzing van het uiteindelijke gat.
Fase 7
Op de afgetekende plaatsen zaagt u de balk door met behulp van de reciprozaag.
Wrik hem voorzichtig los van de bovenliggende vloerplank, met een koevoet.
Fase 8
Meet de afstand tussen de 2 balken die aan weerszijde liggen van de balk die u zojuist hebt doorgezaagd.
Zaag 2 raveelbalken op maat af.
Fase 9
Voorzie 2 uiteinden van de balken van een raveeldrager (schroeven, 4 cm).
Fase 10
Plaats de eerste raveelbalk tussen de plafondbalken en schroef de raveeldragers er stevig aan vast.
Zorg ervoor dat de raveelbalk haaks ligt, goed aansluit op de kopse kant van de doorgezaagde balk en lijnt met de onderkanten van de overige plafondbalken.
Fase 11
Verbind de doorgezaagde balk met de raveelbalk, eveneens met behulp van een raveeldrager (schroeven).
Controleer of alles in de juiste positie zit en breng dan alle andere schroeven aan.
Fase 12
Met behulp van 2 lange schroeven (12 cm) schroeft u de raveelbalk nog eens extra vast aan de kopse kant van de doorgezaagde balk,
Fase 13
U gaat op dezelfde manier terwerk voor de andere raveelbalk.
Fase 14
Controleer of alle verbindingen goed zitten en verwijder dan de stempels.
Heel het plafond aan met stroken gipsplaat en werk zonodig ook de binnenkant van de opening daarmee af.
Herstellen schoorsteen
Fase 1 Voegen vernieuwen
Beitel de oude voegen 1 cm diep uit, met behulp van een steenbeitel.
Fase 2
Borstel de voegen met een staalborstel schoon en maak ze nat met een natgemaakte zachte borstel.
Fase 3
Maak een hoeveelheid mortel aan. Voeg zoveel water toe tot een stevige ‘aardevochtige’ massa ontstaat.
Fase 4
Met een voegspijker vult u de voegen en verwijder onmiddellijk de overtollige mortel. Veeg de voegen na met een natte borstel.
Fase 5 Mortellaag herstellen
Beitel met een steenbeitel de beschadigde stukken mortel los. Doe dit met de nodige voorzichtigheid.
Borstel de plek schoon met een staalborstel en maak hem nat.
Fase 6
Maak mortel aan en voeg water toe tot u een vrij stijve massa heeft. Herstel hiermee het beschadigd delen van de mortellaag.
Zorg dat het vernieuwde stuk licht schuin afloopt, voor de afwatering.
Wrijf de plek effen en een uurtje later nogmaals met een natgemaakte borstel.
Fase 7 Loodslabben vervangen
Eerst en vooral moet het oude lood verwijderd worden. Krab de voegen waarin de loodslabben vast zaten 1 cm diep uit.
Fase 8
Snij zorgvuldig het lood voor de opstaande rand op maat met een stevige blikschaar. Voorzie de rand 2 cm breder dan nodig en vouw hem over de hele lengte 1 cm om.
Steek het lood met de omgeslagen rand in de uitgehakte voeg.
Fase 9
Snij een strip lood af die 1cm breed is. Snij deze in een verschillende stukken en rol die op tot loodproppen.
Klem de opstaande loodrand in de voeg vast door met een hamer hier en daar een loodprop in de voeg te slaan.
Fase 10
Maak de voegsmortel aan. Gebruik voldoende water totdat u een stevige, aardevochtige materie heeft.
Vul de voeg hiermee, met behulp van een voegspijker.
Fase 11
Snij nu de ‘’loketten’’ op maat en bevestig deze op dezelfde manier in de bovenliggende uitgehaalde voegen.
Zorg ervoor dat ze aan de onderkant 2 cm over de opstaande loodrand heen vallen.
Isolatie voor schuine dagen
Fase 1
Gebruik glas- of steenwol voor het isoleren van een schuin dak. U kunt kiezen uit spijkerflensdekens of losse isolatieplaten. Bij de eerste mogelijk heid is het isolatiemateriaal aan twee zijden verpakt in dik papier. Aan weerszijden steekt een strook papier uit, waarmee u de dekens op de balken van het dak niet. Dat werkt gemakkelijk en schoon (geen kriebelende vezeltjes), maar verandert wel het dakaanzicht totaal.
Fase 2
Meet de lengtes tussen de gordingen op.
Fase 3
Het spijkerflensdeken of de isolatieplaten snijdt u op maat met behulp van een broodmes dit gaat beter dan met een cuttermes.
Fase 4
De spijkerflensdekens niet u vast op de balken. Laat losse stroken goed op elkaar aansluiten en tape de naden af.
Fase 5
Maak isolatieplaten net iets breder dan de afstand tussen de balken. Klem ze daar tussen. Fixeer ze door latjes tegen de balken te spijkeren.
Fase 6
Dek het isolatiemateriaal geheel af met bouwfolie. Laat dit op de naden 10cm overlappen en tape de naden af. U kunt u het dak eenvoudig afwerken met gipsplaten als u isolatieplaten tussen de balken heeft aangebracht.
Metselen
Fase 1
de voorbereiding:
De meest voorkomende maat baksteen is ca. 21x10x5cm. Gebruik voor buitenmuren zachte rode baksteen. Gebruik voor de onderste lagen, de harde soort steen. Voor binnenmuren zijn witte kalkzandstenen heel geschikt.
Fase 2
Bereken op voorhand het aantal stenen die je nodig heeft. Reken voor een halfsteens muur circa 78 stenen/m2, voor een steens muur 156 stenen/m2.
Fase 3
Besprenkel de stenen de dag van tevoren met water. Laat dit intrekken tot de stenen de juiste vochtigheid hebben. Bij te droge stenen hecht de specie slecht, bij te natte loopt hij tussen de stenen uit.
Fase 4
Bereken ook hoeveel cement en zand u nodig heeft. Ga uit van een mengverhouding 1:3 en reken voor een halfsteens muur circa 25 liter/m2, voor een steensmuur 60 liter/m2.
Fase 5
Specie aanmaken:
Schep zand en cement droog door elkaar, tot u egale kleur heeft. Roer er water door tot een smeuïge massa ontstaat (niet te droog). Maak steeds een hoeveelheid aan die u binnen 2 uur kunt verwerken.
Fase 6
Metselen:
Span het metseltouw ter hoogte van de bovenkant van de nieuwe laag.
Fase 7
Oefen eerst door wat stenen aan te brengen op tegeles. Zo krijgt u in de gaten hoeveel specie u op moet brengen en met welke beweging u de steen op zijn plek moet zetten. Breng de specie op met een ronde troffel. Werk hem naar de vorige steen toe en duw wat specie tegen de kop.
Fase 8
Houd de steen een beetje schuin met de bolle kant naar beneden. Duw hem in één vlotte beweging tegen de vorige steen. Klop hem recht met de achterkant van de troffel.
Fase 9
Zet de steen eventueel rechter op de vorige laag door een tikje met de punt van de troffel. Beweeg hem niet horizontaal met uw hand!
Fase 10
Maak een steen op maat door hem aan de zijkant in te krassen. Vervolgens zet u de sabel op de kras en geef er een korte tik op met de hamer.
Fase 11
Uitpuilende specie haalt u direct weg met een troffel. Krab aan het eind van de dag de voegen 1cm uit en strijk ze glad met behulp van voegspijker.
Fase 12
Het voegen:
Na 2 weken is de specie voldoende uitgehard om te kunnen voegen. Maak specie aan met water tot hij ‘aardvochtig’ is, dan kunt u er een bal van kneden. Schep specie in een voegbord. Voeg eerst de stootvoegen daarna de lintvoegen.